Onderbouw
Groep 2-3
3 lessen van ongeveer 30 minuten
Programma
Les 1 Verhaal, Zingen, Spelen
Les 2 Bewegen, Zingen
Les 3 Luisteren, Spelen, Zingen
Materiaal
Les 1
-
Prentenboek Paradijsvogelplein
-
Diverse instrumenten, onderverdeeld in hout, metaal, schud en vel
-
Eén of meer bekkens met zachte klopper (bij het lied)
Les 2
-
Grote ruimte (speelzaal)
-
Speaker voor de muziek
-
Gekleurde linten en sjaaltjes
-
6 hoepels
-
Tape, of andere afbakening van het plein
-
Dansbeschrijving uit de bijlage
Les 3
-
Diverse instrumenten, onderverdeeld in hout, metaal, schud en vel
-
Instrument-kaartjes uit de bijlage
-
Eén of meer bekkens met zachte klopper (bij het lied)
Bijlagen

Wees de vogel die je wezen wil en zing, dans en maak samen muziek op het Paradijsvogelplein! Een vrolijke muziekles bij het verhaal van dit mooie prentenboek.
Toelichting
Deze lessenserie is gemaakt bij het prentenboek Paradijsvogelplein van Elna Lerk. Het boek is bij elke boekhandel verkrijgbaar. In het boek vind je tevens de bladmuziek van het lied.
Het verhaal in het kort: Op een leeg, verlaten plein staat een kale grijze boom die zich eenzaam voelt. Vervolgens komt er steeds een (soms meerdere tegelijk) kleurrijke paradijsvogel aan die een even kleurrijk en fantasievol huisje bouwt om in te wonen. Iedereen is van harte welkom en zo wordt het plein steeds mooier en gezelliger. En de boom? Dat zie je aan het eind van het verhaal.
LES 1
Verhaal
Lees het prentenboek Paradijsvogelplein voor aan de kinderen. Bekijk tussendoor de platen. Ontdekken de kinderen zelf hoe de boom langzaam verandert? Vinden ze de huisjes passen bij de vogels? Hebben ze zelf wel eens nieuwe buren gekregen?
Zingen
Kijk en luister naar de video met het lied van Jeroen Schipper. De tweede keer mogen de kinderen meedoen met gebaren en beweging:
-
Tureloo … Hallo nieuwe buur: Elkaar de hand schudden, of naar elkaar zwaaien.
-
Op het woord ‘Samen’ een bekkenslag met zachte klopper.
-
Tijdens de coupletten: vrij bewegen als een paradijsvogel.
Spelen
Verdeel de kinderen in 4 groepen en deel de instrumenten uit:
-
Houten instrumenten
-
Metalen instrumenten
-
Schud instrumenten
-
Trommels
Luister samen naar de verschillen in klank en bespreek kort hoe dat komt.
Open het spel ‘Instrumenten Paradijs’ op het Digibord. Voor gebruik zonder Digibord kun je de grote kaarten uit de bijlage gebruiken.
De uitleg vind je in het spel zelf. Als een instrument in beeld is, mag die groep improviseren op de muziek.
Zingen
Zing tot slot nog een keer samen het lied.
LES 2
Bewegen
Als introductie mogen de kinderen even vrij bewegen en experimenteren met de linten en sjaaltjes.
Bewegen
Maak 1 boom en 5 paradijsvogel groepjes. Zet het boomgroepje bij de middelste hoepel en laat ze treurig met hun ‘takken’ bewegen op de intro van de muziek. Zet de muziek stil en leg uit wat de paradijsvogels gaan doen. Het eerste groepje mag het een keer voordoen. Voer hierna de hele dans uit volgens de beschrijving in de bijlage.
Zingen
Zing tot slot samen het lied.
LES 3
Luisteren
Zing of zeg deze regel uit het lied: Zing het liedje dat je zingen moet. Zing het zacht, op volle kracht, alles is goed. Of je fluistert in het duister, of jubelt in het blauw: Niemand heeft een stem als die van jou.
Klopt dit? Heeft iedereen echt een andere stem? Hoe klinkt: zacht zingen, op volle kracht zingen, fluisteren, jubelen? Zouden we met ogen dicht kunnen raden wie bij welke stem hoort?
Speel het Stemmen Raadspel:
Eén kind is de rader en gaat met het gezicht naar het bord staan. Tik 3 of 4 spelers aan die zachtjes plaatsnemen achter de rader. Degene die het dichtst bij de rader staat mag als eerste diens stem laten horen. Spreek af op welke manier (zingen, praten, fluisteren, jubelen) of laat ze zelf iets kiezen. De rader mag 3x raden. Ook als het niet goed was, gaat die speler naar achteren en maakt de volgende een geluid. Als ze allemaal geweest zijn draait de rader zich om en ziet welke goed en fout waren.
Spelen
Herhaal het instrumentenspel uit les 1 klassikaal.
Maak groepjes met verschillende instrumenten. Elk groepje krijgt een set instrument-kaartjes. Beurtelings is 1 speler de dirigent van het groepje. Die wijst aan wie er mag spelen.
Variatie
Al spelend het verhaal uitbeelden: Steeds komt er een instrument binnen als nieuwe buur. Ze maken kennis door een muzikaal gesprekje (vraag- antwoordspel op de instrumenten).
Zingen
Zing samen het lied met de bewegingen en de bekkenslag.